Inzicht in de energietransitie kan van pas komen bij het zoeken naar de juiste route in het oerwoud van alle factoren, die bij het verduurzamen van de woning aan de orde komen. Wat is het belang van een energielabel? Hoe worden de energiekosten berekend en waar kan ik op internet informatie over mijn woning vinden? En ter oriëntatie is het handig om te weten welke rol gemeentes spelen en hoe dit in de afgelopen jaren zo is gegroeid.
- Energielabel en het belang daarvan
- Uw energiecontract
- Uw woning op internet
- Wat is de rol van uw gemeente
- Klimaatbeleid in de afgelopen 50 jaar
1. Energielabel en het belang daarvan
Het is handig om te weten dat hypotheekinstellingen verantwoording moeten afleggen over hun strategie om invloed uit te oefenen op de klimaatverandering. Daarvoor zijn de hypotheekverstrekkers (vaak ook als onderdeel van een financiële instelling) o.a. aan de slag met het verduurzamen van bedrijfsgebouwen, aansturen van medewerkers, informeren van adviseurs en het samenstellen van een duurzame beleggingsportefeuille.
Hypotheekinstellingen doen met behulp van het energielabel onderzoek naar de CO2 uitstoot die hun hypotheekportefeuille (alle verstrekte hypotheken) veroorzaakt. Van alle hypotheekklanten wordt het energielabel geïnventariseerd en zo wordt een ‘gemiddelde’ én op adresniveau de duurzame kwaliteit van alle hypotheken in beeld gebracht. Alle hypotheekinstellingen rapporteren periodiek (ook in internationaal overleg) de resultaten in de hypotheekportefeuille en de inspanning die wordt verricht om CO2 te verminderen.
Om de CO2 uitstoot van de hypotheekportefeuille te verbeteren wordt bij het verstrekken van een hypotheek gekeken naar het energielabel van de woning waarop de hypotheek gevestigd moet worden. Label A is de beste en G de slechtste. Afhankelijk van het label zijn de hypotheekvoorwaarden meer of minder gunstig. Bij label A, kort samengevat, wordt rentekorting gegeven en is meer te lenen dan ten opzichte van label G. Het is de vraag of in de toekomst bij verlenging van de rentevaste periode hypotheekrente met een A-energielabel lager zal uitvallen dan voor een hypotheek op een woning met een G-label.
Met ingang van 01 januari 2021 is een nieuw model energielabel geïntroduceerd. Het energielabel geeft met de klassen A++++ (groen, zeer zuinig) tot en met G (rood, zeer onzuinig) aan hoe energiezuinig een huis is in vergelijking met soortgelijke huizen. Het energielabel moet voldoen aan kwaliteitswaarborgen en daarom moet het label opgemaakt worden door een erkend energieadviseur woningbouw.
In relatie met het energielabel is het interessant om kennis te vergaren over specifiek termen. Enkele voorbeelden:
- EPA-W. Een energielabel mag alleen worden opgemaakt en afgegeven door een geregistreerde Energie Prestatie Adviseur. De W verwijst naar Woning, een specifieke certificering. De adviseur zal het label registreren in het online-register.
- BENG, Bijna Energie Neutrale Gebouwen
- Nul-op-de Meter. Lever je over een heel jaar gemeten minstens zoveel energie als je afneemt, dan heb je nul-op-de-meter staan en is je woning energieneutraal.
2. Uw energiecontract
Uw overeenkomst met het energiebedrijf geeft recht op levering van gas en stroom, alsmede de infrastructuur om deze energiebronnen bij u af te leveren. Als tegenprestatie betaalt u de rekening voor afname van gas (per M3), voor stroom (per kWh) almede toeslagen voor de infrastructuur voor transport, energiebelasting, btw en nog enkele andere verrekeningen.
Doorgaans wordt maandelijks een bedrag in rekening gebracht dat is gebaseerd op een geschat jaarverbruik. Na betaling van 12 termijnen wordt de jaarnota opgemaakt. Het werkelijke verbruik en allen kosten worden vastgesteld en dit totaalbedrag wordt vergeleken met het totaal van de 12 betaalde termijnen. Is het totaal van de maandelijkse betalingen groter dan de werkelijke kosten, dan volgt een terugbetaling. En als het totaal van de maandelijkse betalingen lager is dan de werkelijke kosten, dan moet worden bijbetaald.
De tarieven voor gas en stroom kunnen op drie manieren in het energiecontract vastgelegd worden.
Een vast contract; de prijs ligt vast, doorgaans voor een periode van minimaal één jaar
Een variabel contract
Een dynamische contract
De keuze is van invloed op de gewenste zekerheid over de kosten en de boete bij voortijdige beëindiging van de overeenkomst.
3. Uw woning op internet
Veel informatie over een woning is openbaar en te vinden op internet. Dit kan handig zijn, bijvoorbeeld bij het zoeken naar een adres of de route er naar toe. Er zijn ook websites waarvan de woningeigenaar, huurder of andere geïnteresseerden gebruik van kan maken bij vragen over verduurzaming en andere bijzonderheden. Een aantal websites:
- In het BAG-register (Basisregistraties Adressen en Gebouwen) is van alle gebouwen in Nederland een dossier opgebouwd, zie BAG Viewer (kadaster.nl). Hier is o.a. ook het energielabel en de WOZ-waarde van uw woning te vinden.
- Uw energielabel (mits geregistreerd), zie: https://www.energielabel.nl/woningen/zoek-je-energielabel/.
- De WOZ-waarde is te vinden op WOZ-waardeloket (wozwaardeloket.nl)
- Met SmartTwin 12.11 maakt u een digitale kopie van uw huis. Geef uw digitale huis een opknapbeurt of probeer allerlei energiebesparende maatregelen.
- Om de opbrengst van zonnepanelen te beoordelen kan gekeken worden op Zonatlas Dakcheck – Hoe geschikt is jouw dak voor zonnepanelen?
- het waterlabel van uw woning. Hoe meer water in de tuin kan worden vast gehouden, hoe beter. Bekijk uw label op Waterlabel
- de waterstand bij u thuis, zonder dijken. Doe de check op https://overstroomik.nl/
- de groene subsidiewijzer. Hier kun je bekijken of je bij jouw gemeente subsidie kunt aanvragen voor het verduurzamen van je tuin.
4. Uw woning en de rol van uw gemeente
Bij het zoeken naar mogelijkheden om de eigen woning te verduurzamen kan de gemeente hulp bieden. Ook is het denkbaar dat de gemeente uw woning betrekt bij een collectieve activiteit om de gasaansluiting om te zetten naar een andere vorm van energiegebruik. Het is dus van belang dat de woningeigenaar zich oriënteert op hetgeen zich afspeelt in de eigen gemeente.
Ondersteuning voor gemeentes. Gemeentes staan er niet alleen voor en ook voor burgers is het interessant te weten hoe de gemeente wordt ondersteund. Enkele voorbeelden.
Het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) biedt informatie uit het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) en het Expertise Centrum Warmte (ECW). Veel aandacht gaat uit naar het aardgas vrij maken van woonwijken en het aansluiten van bestaande woningen op een warmtenet. Bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) krijgt op de site VNG.nl het onderwerp ‘klimaat en energie’ ruim aandacht. Het platform https://www.waarstaatjegemeente.nl/ bundelt, bewerkt en presenteert data van en over gemeenten voor iedereen.
Transitievisie warmte. Gemeentes zijn volgens het ontwerp Klimaatakkoord de regisseurs van de warmtetransitie voor de gebouwde omgeving. Samen met vastgoedeigenaren, bewoners, netbeheerders en medeoverheden moesten zij eind 2021 een transitievisie warmte klaar hebben. In het rapport hierover doet de Gemeente voorstellen voor o.a. duurzaam aardgasvrij verwarmen en koken. De Transitievisie Warmte geeft richting in de aanpak. Het bevat ook een wijk-voor-wijkstappenplan die alle partijen houvast geeft voor de planning.
Gemeentelijk energieloket. Elke gemeente is verplicht een energieloket aan haar bewoners aan te bieden. Het energieloket wordt bemand door adviseurs en daar kunt u terecht met al uw vragen over energiebesparing, aanpassingen in uw woning en over subsidies. Een gemeente kan voor het energieloket met een (commerciële) dienstverlener afspraken maken, het loket met vrijwilligers bemannen en ook worden in sommige gemeentes beide opties aangeboden. Alle adviseurs hebben een speciale training gevolgd op het gebied van energiebesparing. Bent u benieuwd naar de mogelijkheden in uw gemeente? Energieambassadeurs.nl biedt een prachtig overzicht.
En er zijn meer instanties waarmee de gemeente in contact staat. Van belang is, dat de woningeigenaar gebruik maakt van de informatie die in de eigen woonplaats eenvoudig is te raadplegen.
Energiearmoede. Om bewoners (koop en huur) met krap budget te ondersteunen zijn sinds enkele jaren energiefixers actief bij het verduurzamen van de woning. Gemeentes hebben financiële middelen om energiefixers in te schakelen en in mei 2023 meldde het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties dat de subsidieregeling met onveranderde voorwaarden wordt verlengd tot 2025 (na akkoord tweede kamer).
5. Klimaatbeleid in de afgelopen 50 jaar
Internationale wet – en regelgeving en beleid in Nederland is een reactie op de gevolgen van klimaatverandering en daarmee komt ook de eigen woning in beeld. Doelstellingen in 2030 en 2050 en andere verwachte gevolgen van klimaatverandering zal eisen stellen aan ons doen en laten en om aanpassingen vragen aan onze woning. Onze bewustwording daarvan komt op stoom in 1972.
Stockholm 1972. Bij de eerste Klimaattop van de Verenigde Naties zijn 120 landen aanwezig en de bijeenkomst werd afgerond met de ‘Stockholm Verklaring’. Hierin is een raamwerk verwoord waarbinnen elk land actie gaat ondernemen om klimaat en milieu te beschermen. Ook is afgesproken eens per 10 jaar een Klimaattop te organiseren.
In 1992 werd onder de VN-vlag de UNFCCC (United Nations Framework Convention on Climate Change) opgericht en werd een raamverdrag opgesteld. Deelnemende landen hebben in het verdrag afgesproken emissies van broeikasgassen te reduceren en daarmee ongewenste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. Nederland heeft het verdrag geratificeerd.
Sinds 1995 organiseert de UNFCCC jaarlijks een Klimaatconferentie (Conference of Parties; COP) en op volgorde krijgt elke conferentie ‘zijn naam’. Bekend zijn:
- Het Verdrag van Kyoto in 1997 (COP 3; vermindering van de uitstoot van broeikasgassen)
- het Akkoord van Parijs in 2015 (COP 21; opwarming maximaal 2 graden (streven 1,5 graad) en stoppen met gebruik van fossiele brandstoffen vanwege overmatige CO2-uitstoot.
Het verdrag en het akkoord zijn door Nederland geratificeerd.
De SDG’s…. Een stroming die nauw samenhangt met regelgeving voor en over het klimaatbeleid is de actie van de VN in 2015. Er is een traject in gang gezet om op basis van 17 duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de aarde een betere plek te maken dan toen werd geconcludeerd. Naast de klimaatcrisis kwam ook aandacht voor bijvoorbeeld armoede, gezondheid, onderwijs in beeld. Een veelgebruikte afkorting om dit grootse verduurzamingstraject aan te halen is SDG’s, de afkorting van Sustainable Development Goals. De strekking van de SDG’s reikt te ver om op deze website uit te diepen, maar het onderwerp verdient absoluut aandacht. Het is de moeite waard om stil te staan bij de mogelijkheid om onze naasten op basis van één of meerdere SDG’s bij te staan met woord en daad.
Aansluitend op het Akkoord van Parijs heeft de Europese Unie klimaatdoelen opgesteld voor 2020, 2030 en 2050. Deze werden in 2018 bijgesteld en dat leidde in 2019 tot de Europese Green Deal. De Green Deal is een reeks beleidsinitiatieven, waarin ook het stimuleren van wetgeving. In 2020 werd de Europese Klimaatwet door de Europese Unie aangenomen.
Ongeveer gelijktijdig met de ontwikkelingen in Europa werd in 2019 in Nederland de Nederlandse Klimaatwet aangenomen. Hoofddoel van de wet is het bereiken van 95% broeikasgasreductie in Nederland in 2050 ten opzichte van 1990 en als tussendoel streven naar 49% broeikasgasreductie in 2030 ten opzichte van 1990. Daarnaast bevat de wet als nevendoel het streven naar 100% CO2-neutrale elektriciteitsproductie in 2050.
In 2018 en 2019 werden in vijf sectortafels ontwikkelingen voor aanpak van klimaatveranderingen uitgewerkt. Voorzitters van de sector- (of klimaat-)tafels en maatschappelijke organisaties, medeoverheden en niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) vormden het Coördinerend Klimaatberaad. Aan de eigen woning is in de sector ‘gebouwde omgeving’ aandacht gegeven. De sectortafels vormden het Klimaatberaad en de bevindingen in dit overleg leidden tot het klimaatakkoord.
Veel nationale afspraken uit het klimaatakkoord worden met Regionale Energie Strategieën (RES) in de praktijk gebracht. Dit gebeurt in een landsdekkend programma van 30 regio’s. In de regio’s worden werkstructuren gevormd waarin de decentrale overheden samen met de (regionale) netbeheerder(s), het bedrijfsleven en een vertegenwoordiging van maatschappelijke organisaties de verantwoordelijkheid voor totstandkoming van de RES nemen.